N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Werner Herzog | regisseur Eye Filmmuseum wijdt een zomertentoonstelling aan het ongelooflijke oeuvre van regisseur en cultfiguur Werner Herzog. In zijn weelderige tuin in Los Angeles vertelt de filmmaker dat hij „feiten aanpast ten dienste van de zoektocht naar waarheid”.
Zijn stemgeluid is iconisch: rasperig en traag, met een zangerige zweem Beiers. Regisseur Werner Herzog (1942, München) werd in de 20ste eeuw bekend met zijn compromisloze films en groeide in de 21ste eeuw uit tot een cultfiguur met memes die op internet circuleren, een personage dat hij vertolkt in The Simpsons en schurkenrollen in Hollywoodfilms.
Ik bezoek hem in zijn huis in Los Angeles, vanwaar hij sinds 1996 een liefdesaffaire met Amerika onderhoudt. Aanleiding is de overzichtstentoonstelling van zijn werk die na Berlijn deze zomer te zien is in Eye Filmmuseum. De tachtigjarige Herzog kan zelf niet naar Amsterdam komen, onder meer wegens rugproblemen, maar als we aankomen, opent hij de deur met een jongensachtige blik en staat erop onze spullen uit de achterbak te tillen.
De regisseur wordt in Eye gepresenteerd als een zoeker naar een „extatische waarheid”. Daar kan hij zich in vinden. „Wat de waarheid is weet niemand. Wiskundigen niet, filosofen niet, de paus in Rome niet. Wie het beweert te weten is het niet waard om naar te luisteren. We kunnen ons er wel naartoe bewegen zonder de bestemming te bereiken. Ik gebruik poëzie, uitvindingen en verbeelding om dichter bij de diepere waarheid te komen die ik zoek in mijn werk. Ik pas feiten aan ten dienste van die zoektocht.”
Een voorbeeld? „Toen ik de piloot Dieter Dengler [hoofdrolspeler van Herzogs documentaire Little Dieter Needs to Fly, 1997] voor het eerst in zijn huis ontmoette, viel me een muur op waaraan een dozijn olieverfschilderijen hing. Op elk van de schilderijen was een open deur afgebeeld. ‘Dieter’, zei ik. ‘Je spaart schilderijen met open deuren.’ ‘Werkelijk?’, was zijn reactie. Hij had de schilderijen in de uitverkoop gekocht bij een kunstenaar om de hoek. Toen ik doorvroeg vertelde hij zacht: ‘Het openen van een deur betekent vrijheid voor mij.’ Dengler is gevangen gehouden door de Vietcong en bijna gestorven. Hij woog nog geen vijftig kilogram tegen de tijd dat hij gered werd.
‘We gaan nu naar buiten’, zei ik, ‘en als je terugkomt film ik hoe je de deuren opent, en zullen wij begrijpen wat zich diep in jouw ziel roert.’ Hij stemde in. De scène is bedacht en toch niet gelogen.”
Herzog was een boegbeeld van de Nieuwe Duitse Cinema, die in de jaren zestig opkwam. Sinds de Tweede Wereldoorlog produceerde West-Duitsland vooral ‘Heimatfilms’ die mijlenver afstonden van het dagelijks leven. Jonge mensen waren hooguit bijfiguren, conflict was ver te zoeken, de setting was landelijk en folkloristisch. Herzogs generatie brak daar radicaal mee, wilde de echte wereld terugbrengen in de cinema.
Met aanvankelijk niet veel meer dan overmoed en een ijzeren wil – een filmopleiding volgde hij niet – werd hij in de jaren zeventig wereldberoemd, vooral door zijn films met de geestdriftige maar psychisch instabiele acteur Klaus Kinski: Aguirre (1972), Nosferatu (1979) of Fitzcarraldo (1982). Herzog realiseerde een ongelooflijk oeuvre van 74 speelfilms en documentaires, opera- en toneelproducties en 15 boeken.
Dichtbegroeide tuin
Een warme Californische winter zorgt voor een explosie aan wilde bloemen op de heuvelrug waar Herzog woont, buiten het zicht van het Hollywood-teken. Vanuit zijn dichtbegroeide tuin hoor je de dichtgeslibde snelwegen van Los Angeles zoemen, maar de buitenwereld lijkt ver te zijn. Herzog is een vriendelijke, maar wat stugge gastheer, terloopse complimentjes negeert hij. Een glas water vergeet hij aan te bieden. We gaan tegenover elkaar zitten op krakende houten stoelen.
Hoe gaat het met u?
„Goed, ik wandel veel. De wereld begrijp ik beter te voet. Ik reis niet als backpacker met een huishouden op mijn rug, maar zonder bagage. Terwijl ik loop ontvouwen zich complete films in mijn hoofd. Ze achtervolgen me als furiën. Ik maak wat met de grootste intensiteit komt.”
Het verrast me niet dat u graag buiten bent. De woeste natuur is haast een volwaardig personage in uw films.
„Er wordt gedacht dat ik de meedogenloze natuur tegenover de nietige mens zet. Het klopt dat ik niet graag in een studio film, dat is me te kunstmatig. Een aantal van mijn films is opgenomen in de wildernis, zoals Aguirre, der Zorn Gottes, Grizzly Man (2005) en Queen of the Desert (2015). Meer dan naar een natuurlandschap ben ik op zoek naar een innerlijk landschap. In ons allemaal schuilt een landschap waar we vaak naar terugkeren in onze dromen. Voor mij zijn het de watervallen bij het plaatsje waar ik opgroeide, voor anderen zijn het bedachte plekken. Ze zijn onderdeel van onze innerlijke structuur en vaak van groter belang voor wie we zijn dan de fysieke wereld.”
Hoe vertaalt u zo’n innerlijk landschap naar een film?
„Soms dringt zich een beeld aan me op dat zo brandend is, zo intuïtief, dat ik weet dat het zich ook in anderen bevindt. Een voorbeeld is het verplaatsen van een schip over een gebergte, zoals ik deed in Fitzcarraldo. Zo’n beeld sluimert in ons. Ik kan het wakker schudden en zichtbaar maken.”
Herzog reageert als door een wesp gestoken op het futuristische geluid van zijn deurbel. Hij roept zijn vrouw, fotograaf Lena Herzog, haar voetstappen klinken enkele seconden later over de tegelvloer richting de voordeur. Hij heeft geen smartphone en is niet op sociale media te vinden, zegt hij met nadruk.
Wat denkt u dat de invloed van de nieuwste digitale ontwikkelingen is op cinema?
„Kunstmatige intelligentie kan een interessante tool zijn, maar is niet sensationeel. Laatst vroeg ik zo’n robot om een gedicht te schrijven over het innerlijke leven van een schroevendraaier. Binnen zestig seconden presenteerde hij een kundig geschreven sonnet. Maar wil ik mijn zelfstandige denken opgeven, mijn dromen? Nee, dat wil ik niet. Dus ik zal het verder niet gebruiken. Kunstmatige intelligentie doet niets meer dan bundelen wat modieus is in ons denken. Het is een echokamer.”
In documentaire ‘Lo and Behold: Reveries of the Connected World’ (2016) lijkt uw blik op de internetrevolutie eerder onthecht. Zonet klonk u wantrouwend?
„Er is te veel hype rond de gevaren van internet, daarom wilde ik een beschouwende film maken. Maar wantrouwen is de natuurlijkste houding om de wereld mee tegemoet te treden. Of iets nu gemaakt is door een mens of door een computer, ik vertrouw het niet. Het is onze aard: wantrouwend waren we al in prehistorische tijden.”
Zoek je feiten, koop dan een telefoonboek
Werner Herzog
Misschien zouden we de films die u maakt ook niet moeten vertrouwen: u goochelt graag met feit en fictie.
„Je moet voorzichtig zijn in het onderscheid tussen feit en fictie. Het is lastig vaststellen wat feiten zijn. Ik houd niet van films die feitgeoriënteerd zijn, de zogenaamde cinéma vérité. Zoek je feiten, koop dan een telefoonboek. Daar vind je zo’n half miljoen feiten opgesomd. Maar waarom huilt meneer James Miller van de South Canal Street in zijn kussen elke nacht? Dat weten we niet, en daar ben ik benieuwd naar.”
Hoe gaat u om met geportretteerden die het niet op prijs stellen dat u hun verhaal ensceneert?
„Ik heb negen films gemaakt over ter dood veroordeelden. In de Amerikaanse gevangenis is de waarheid heel ver weg. Er zat een jonge man voor mijn camera die met de tijd ging geloven dat hij geen misdaden had begaan. Maar zijn delicten zijn aangetoond. Al de aanwezigen wisten dat en zeiden niets. Acht dagen later werd hij gedood. Een situatie als deze overstijgt elke notie van feitelijkheid. Het is mensonterend. Daarom ben ik tegen de doodstraf.”
U werkte graag samen met Klaus Kinski. Hij was een uitmuntend acteur, maar notoir moeilijk in de omgang. Zijn dochter Pola beschuldigde hem na zijn dood zelfs van seksueel misbruik. Waarom bleef u met hem werken?
„Als je dat wilt weten, moet je mijn boeken lezen. Ik ga mezelf niet als een papegaai herhalen.” De vraag maakt de regisseur duidelijk korzelig. In zijn memoires Ieder voor zich en God tegen allen (2022) stelt Herzog dat hij geen moment heeft getwijfeld aan de onthulling van Pola Kinski. Maar hij is van mening dat de artistieke prestaties van een maker los staan van diens persoonlijke en politieke leven. Zijn keus voor Kinski leverde filmgeschiedenis op: het bezeten spel van de acteur maakt nog altijd diepe indruk.
Dat de werkhouding van Kinski de filmcrew in gevaar bracht, is voor Herzog van ondergeschikt belang. Behalve slaan en krijsen beschoot Kinski bij de opnames van Aguirre (1972) ’s nachts met een jachtgeweer een keet vol rumoerige crewleden. Herzog claimt op zijn beurt dat hij Kinski, die beweerde zijn set te verlaten, met een geweer bedreigde en dat hij later in Los Angeles zijn huis besloop om dat in brand te steken. In de jaren zeventig vielen op en rond Herzogs filmset gewonden, zelfs doden.
Wat vindt u van de politieke sensibiliteit van de huidige filmindustrie?
„Er komen soms prachtige films uit voort. Maar ik maak geen onderdeel uit van een industrie, ik creëer mijn eigen verhalen. Laat ze maar bekritiseren. Als ik voor iedereen een lieverd was, zou ik mezelf van de Golden Gate-brug afgooien.”
Uw liefde voor cinema is groot. Maakt u een onderscheid tussen artistieke toewijding en menselijke liefde?
„Er is leven en er is cinema. Die grenzen neem ik in acht. Ik draai geen overuren. De opnamen van mijn films komen ten einde om drie uur ’s middags. Ik zou nooit de geboorte van mijn kinderen filmen. Liefde is een kunstvorm op zichzelf, alhoewel we het niet tot kunst moeten verheffen. Het is veel banaler. Als er geen liefde tussen twee mensen is, moeten zij niet samenleven. Als er wel liefde is, dan moet je dat niet willen verklaren. Onderhoud is het geheim, zoals bij een auto. Ik klink als een garagemonteur, maar ik ben een gelukkig getrouwde man.”
Lena Herzog komt binnen. Ze vraagt of we kunnen afronden, ze moeten naar een verjaardag. Als we teruglopen naar de auto, staat Herzog erop onze spullen terug de achterbak in te tillen. Zelf stapt hij achter het stuur van zijn zilveren Ford, draait de laan uit en toetert driemaal gedag.